De sector voor reparatie heeft geen gebrek aan ambities, maar wel aan samenhang, zo sloot Jeroen Sipsma van Service Planet het Jaarcongres Circulaire-IT 2025 af.
In zijn presentatie schetst Jeroen een sector vol losse initiatieven, goede bedoelingen en beleidsdoelen. Dat terwijl juist reparatie, refurbishment en hergebruik structureel onderbelicht blijven. Jeroen spreekt vanuit twintig jaar praktijkervaring. Service Planet repareert maandelijks vier- tot vijfduizend apparaten en werkt voor grote fabrikanten en retailketens. Toch zie je volgens hem nauwelijks groei in het aantal professionele reparateurs. “Als ik kijk naar reparatie in de afgelopen twintig jaar, heb ik eigenlijk veel minder concurrenten gekregen.” Dat wringt, zeker nu circulariteit hoog op de agenda staat.
Van abstract naar concreet
Volgens Jeroen blijft het debat vaak abstract. Circulariteit lijkt op minder vlees eten. Iedereen weet dat het beter is, maar het gedrag verandert nauwelijks. “Ik hoor veel over ambities, maar hoe maken we die concreet?” Intussen verdwijnen enorme hoeveelheden waardevolle grondstoffen uit Europa, bijvoorbeeld via export van tweedehands elektronica, zonder zicht op hergebruik of terugwinning.
Je ziet volgens hem een groeiende afhankelijkheid van kritieke grondstoffen, waarvan een groot deel in handen is van China. Tegelijk ligt een enorme voorraad materialen letterlijk om je heen. Smartphones en laptops zijn mini-mijnen. “Alles is al gedolven, geraffineerd en geproduceerd. We doen er alleen onvoldoende mee.”
Een belangrijk knelpunt zit in de huidige inrichting van de keten. Stichting Open is succesvol geweest in het organiseren van recycling, maar die focus werkt nu ook beperkend. “De hoogste waarde zit in de gebruiksfase. In end of life zit de laagste waarde.” Toch is het systeem vooral gericht op tonnages richting recycling, terwijl apparaten vaak nog te repareren of te refurbishen zijn.
Centrale organisatie en standaarden
Daarom pleit Jeroen voor een bredere aanpak waarin repair, refurbishment en recycling logisch op elkaar aansluiten. Een centrale organisatie speelt daarin een sleutelrol. Die zou standaarden moeten vaststellen, certificering regelen, data-uitwisseling organiseren en financiering mogelijk maken, vergelijkbaar met wat nu voor recycling bestaat. “Een standaard is pas een standaard als we hem met z’n allen gebruiken.”
Wetgeving is daarbij onmisbaar. Europa komt met nieuwe richtlijnen, zoals het digitale productpaspoort, maar in Nederland blijft de uitvoering achter. “Als je kijkt naar Nederland, dan gebeurt er eigenlijk relatief weinig.” Zonder duidelijke kaders en voldoende reparateurs blijven circulariteitsdoelen buiten bereik.
Zijn oproep is duidelijk. Sluit aan bij de ronde tafels, organiseer je als sector. “We hebben de sector nodig om met elkaar een front te vormen en te laten zien dat we ergens naartoe willen.” Alleen dan ontstaat er ruimte voor nieuwe verdienmodellen. “Refurbishment, repair en recycling moeten voor iedereen een verdienmodel kunnen zijn.”
Link naar de presentatie: Jeroen Sipsma Reparatie sector







